Sinds plastic in de jaren vijftig met de ontwikkeling van de petrochemie zijn intrede deed in de markt zijn er veel soorten plastics ontwikkeld, die keer op keer hun economisch nut bewijzen. Ze zijn goedkoop, licht en ontzettend duurzaam. Die duurzaamheid heeft helaas ook een keerzijde: plastics blijven juist daardoor lang aanwezig in het milieu. En dat is een probleem, want we gooien heel veel plastic weg. Dat is vooral te zien in de oceanen, waar miljarden tonnen afgedankte plastics zich ophopen.

Plastic in het milieu

De plasticproductie is wereldwijd enorm toegenomen, van 1.7 miljoen ton in 1950 tot 322 miljoen ton in 2015. Uit onderzoek van de Amerikaanse onderzoeker Jambeck in 2015 kwam naar voren dat ongeveer 8 miljoen ton plastic afval per jaar (dat is 3% van de jaarlijkse productie) in onze zeeën belandt. Daarvan is ongeveer 80% afkomstig van bronnen op het land, zoals slecht gemanagede afvalstortplaatsen, illegale dumpingen, toerisme en industrieën. De andere 20% komt van bronnen op of in de zee, zoals schepen, of netten van de visserij, maar bijvoorbeeld ook van cruiseschepen. Uit onderzoek van de laatste jaren blijkt dat plastic inmiddels overal wordt aangetroffen. Op kusten, in diepzeeën en zelfs in het ijs van Antarctica. Microplasticdeeltjes worden soms tot wel 100.000 deeltjes per kubieke meter aangetroffen. Zeer veel afval wordt ook gevonden in erg afgelegen en onbewoonbare plekken zoals Henderson Island, waar de 'plasticdichtheid' het hoogste was dat is aangetroffen.

Macroplastics en microplastics

Plastic is een verzamelnaam voor een heterogene groep polymeren die verschillen qua chemische en fysische eigenschappen, waaronder vorm, kleur, grootte en chemische samenstelling. Volgens de meest gangbare definitie zijn microplastics stukjes plastic met een diameter kleiner dan 5 mm. Macroplastics zijn grote stukken plastics. Deze macroplastics degraderen onder invloed van de zon en mechanische stress, zoals golfslag en wind. Plastics worden broos en vallen uiteen in kleine stukjes, steeds kleiner tot we spreken over microplastics, kleiner dan 5 millimeter, of zelfs nanoplastics, kleiner dan 100 nanometer. Dit worden ook wel secundaire microplastics genoemd omdat ze ontstaan uit grotere stukken macroplastic. Er zijn ook primaire microplastics: kleine plasticdeeltjes die met een bepaald doel zijn geproduceerd. Je vindt ze bijvoorbeeld in scrubs en in industriële schuurmiddelen.

bron: Open Universiteit